Het was warm. Benauwd bijna.
Ik had een rondje hardgelopen om mijn hoofd leeg te maken, maar onderweg dacht ik ineens aan dat sportjasje.
Dat lag daar nog.
Bij hém.
Of nou ja — bij zijn vader.
Ik twijfelde even.
We hadden geen contact meer, mijn ex en ik. Maar ik wist dat zijn vader thuis zou zijn.
En eerlijk? Ik was benieuwd.
Toen hij de deur opendeed, voelde het even alsof ik naar mijn ex keek — of naar een betere versie van hem.
Ze leken op elkaar.
Diezelfde knappe kop, verzorgd, met net dat tikje charme dat je pas voelt als je langer kijkt.
Alleen… zijn vader was zelfverzekerder. Rustiger. En op een vreemde manier aantrekkelijker dan ik me herinnerde.
“Madelon?”
Zijn stem klonk oprecht verbaasd.
“Hey,” zei ik. “Ik was hier in de buurt en bedacht me dat m’n jasje hier nog lag. Dacht, ik haal het meteen even op.”
“Tuurlijk,” zei hij met een glimlach. “Loop maar mee naar binnen.”
Ik deed een stap over de drempel.
En ik voelde het meteen — dat tintelende ongemak, gemengd met een vreemd soort nieuwsgierigheid.
Alsof er iets onderhuids was veranderd.
Niet bij hem.
Bij mij.
Hij liet me binnen en liep voor me uit naar de keuken.
“Wil je wat water?” vroeg hij terwijl hij de koelkastdeur opentrok.
Ik knikte. “Graag. Het is bloedheet buiten.”
Ik bleef even staan in de hal, mijn ademhaling nog niet helemaal rustig van het hardlopen.
De dunne sportlegging plakte een beetje tegen mijn huid. Mijn topje liet weinig aan de verbeelding over — iets waar ik me ineens heel bewust van werd toen ik zijn blik ving.
Hij deed zijn best om het subtiel te houden.
Maar ik zag het.
Hoe zijn ogen net een seconde te lang bleven hangen bij mijn buik. Mijn benen. Mijn decolleté, vochtig van het zweet.
Hij schonk het glas in, draaide zich naar me om en glimlachte.
“Je bent veranderd,” zei hij. “Volwassener… strakker ook.”
Ik trok één wenkbrauw op en nam het glas aan.
“Is dat een compliment?”
Hij lachte. “Dat hangt ervan af hoe je het opvat.”
Hij liep de trap op om mijn jasje te pakken.
En ik bleef achter met een lichte kriebel in mijn onderbuik.
Niet omdat ik hem niet aantrekkelijk vond.
Maar omdat ik voelde: dit was niet zomaar een bezoekje.
En ik was niet meer dat meisje van toen.
Ik hoorde zijn voetstappen op de trap.
Terwijl hij boven nog wat rommelde, liep ik langzaam naar de keuken.
Het glas water zette ik op het aanrecht, alsof ik iets zocht.
Mijn jasje lag boven. Maar ik boog toch door mijn knieën naar het onderste keukenkastje — zogenaamd op zoek naar een servetje.
Mijn sportlegging spande zich strak rond mijn billen.
Ik wist precies hoe ik stond.
En op het moment dat ik hem hoorde terugkomen, bleef ik nog even zo — voorovergebogen, mijn rug een lichte holle lijn.
Zijn pas stokte even.
Ik glimlachte voor mezelf.
Toen ik overeind kwam, stond hij in de deuropening met het jasje in zijn hand — maar zijn blik was nergens bij het jasje.
“Hier,” zei hij, schor. “Je… eh… jasje.”
Ik pakte het aan. Onze vingers raakten elkaar.
Ik bleef dichtbij staan, alsof ik even vergat dat ik weg zou gaan.
“Dank je,” zei ik zacht.
Zijn ogen dwaalden weer naar mijn hals, mijn borsten, mijn gezicht.
“Zit je eigenlijk alleen nu?” vroeg ik.
Hij knikte, even zoekend naar woorden.
“Ja. Bram is pas over een uur of wat terug.”
Ik zette een stap dichterbij. “Dan kan ik misschien nog heel even blijven afkoelen…”
Ik nam een slok water, mijn ogen op de zijne.
“Of is dat gevaarlijk?”
Zijn mondhoek trok in een kleine grijns.
“Dat zou zomaar kunnen.”
Ik ging niet zitten. In plaats daarvan leunde ik tegen het aanrecht, het glas nog in mijn hand.
Hij stond daar maar met dat jasje — alsof hij niet wist of hij me wilde uitzwaaien of juist uitnodigen om te blijven.
“Bram lijkt veel op je,” zei ik plotseling.
Mijn stem lager, bijna zwoel.
Ik zag hoe zijn wenkbrauw licht omhoog schoot.
“Of misschien lijk jij wel op hem… maar dan net wat meer… mannelijk.”
Ik liet mijn blik even over zijn armen glijden, zijn borst, zijn kaaklijn die met de jaren alleen maar aantrekkelijker geworden leek.
“Jullie hebben hetzelfde lachje,” vervolgde ik. “En dezelfde ogen. Maar jij hebt… iets rustigers. Iets waar ik me veilig bij zou voelen.”
Ik liet het even hangen, alsof het zomaar uit mijn mond kwam.
Zijn ademhaling verschoof subtiel.
Ik zette het glas weg en liep langzaam naar hem toe, mijn hand losjes op zijn bovenarm.
“Je weet dat ik vroeger altijd dacht dat jij een beetje streng was…”
Ik legde mijn andere hand op zijn borst.
“Maar nu zie ik je anders.”
Hij keek me aan. Alsof hij twijfelde aan wat hij hoorde.
Of misschien twijfelde hij aan zichzelf.
Ik glimlachte en zei zacht:
“Misschien moet ik Bram bedanken… dat hij me ooit heeft voorgesteld aan zijn vader.”
Hij slikte hoorbaar, maar bleef staan. Zijn hand nog steeds om mijn jasje, alsof dat het laatste stukje controle was dat hij had.
Ik pakte het langzaam van hem over, maar liet mijn vingers nét iets langer de zijne raken.
“Ik weet nog,” zei ik, terwijl ik dichterbij kwam, “hoe je me toen aankeek, die eerste keer dat ik hier was. Alsof je niet wist of je me moest afkeuren… of goedkeuren.”
Hij glimlachte voorzichtig, ongemakkelijk bijna.
“Misschien wist ik het toen gewoon niet.”
“En nu?” fluisterde ik, mijn gezicht nog maar een paar centimeter van het zijne.
Zijn adem raakte mijn huid.
Hij zei niets.
Dus ik leunde naar voren.
Licht.
Mijn lippen net langs zijn kaaklijn. Geen kus — maar precies genoeg om te voelen dat zijn huid warmer werd.
Toen trok ik me terug en keek hem weer aan.
“Ik ben niet meer dat meisje van toen,” zei ik zacht.
“En jij bent niet meer alleen de vader van mijn ex.”
Ik liet het jasje losjes over mijn arm hangen en nam een halve stap achteruit.
“Als je wilt dat ik wegga, dan moet je dat nu zeggen.”
Hij deed niets.
Geen protest. Geen afstand.
Ik tilde mijn hand op, legde die zacht in zijn nek en trok hem langzaam naar me toe.
En deze keer…
Deze keer waren het zijn lippen die de afstand overbrugden.
Zijn lippen rustten nog maar net tegen de mijne toen ik me langzaam terugtrok. Alsof ik hem proefde, maar hem expres geen volmondige kus gunde. Mijn ogen bleven op de zijne gericht terwijl ik langs hem liep, zijn schouder net rakend met mijn borst.
“Zeg eens eerlijk,” fluisterde ik, terwijl ik zogenaamd mijn jasje over de stoel legde. “Dacht je dat ik alleen voor dat jasje kwam?”
Hij glimlachte flauwtjes, maar zijn ademhaling verried hem.
Ik liep achter hem langs, traag. Mijn vingers gleden zacht over de rand van zijn broek, net boven zijn heup — een nauwelijks voelbare aanraking, maar precies daar waar zijn huid het meest alert leek.
“Je hebt echt geen idee,” zei ik, bijna zangerig, “hoe vaak ik aan dit moment heb gedacht.”
Hij draaide zijn hoofd iets, wilde iets zeggen, maar ik was hem alweer voor.
“Jij keek toen al… alsof je me wilde. Alleen je mocht niet.”
Mijn stem was warm, bijna plagerig.
“En ik? Ik deed alsof ik dat niet zag.”
Mijn hand gleed opnieuw langs zijn heup, iets steviger nu.
“Maar ik zag het wél.”
Hij stond als bevroren. Zijn armen losjes langs zijn lichaam, zijn blik vol spanning en onuitgesproken honger.
Ik liep voor hem staan, leunde met mijn onderrug tegen het aanrecht en kantelde mijn hoofd een beetje.
“Dus vertel het me eens…”
Ik beet zacht op mijn lip.
“Wat houd je nu nog tegen?”
Hij staarde me aan, alsof hij zichzelf nog net kon tegenhouden. Maar ik wist: dat ging niet lang meer duren.
“Wat houdt je tegen?” herhaalde ik, zachter nu — terwijl ik met mijn vingers langs de rand van mijn sporttop ging, precies waar de stof mijn huid raakte. Zijn blik volgde elke beweging.
“Je maakt het me verdomd moeilijk,” mompelde hij, zijn stem hees van ingehouden drang.
Ik zette een stap naar voren, sloot de afstand tussen ons. Mijn vingers gleden speels over zijn borst, langs zijn schouders.
“Of misschien,” fluisterde ik, “maak ik het eindelijk makkelijk.”
Zijn adem stokte toen ik mijn hand op zijn buik legde, net onder zijn navel. Hij wilde zich verzetten, maar zijn lichaam verraadt hem allang.
“Ik kan je nog wegsturen…” zei ik, zijn blik uitdagend vangend.
“Maar dan loop je iets heel bijzonders mis.”
Ik boog me naar zijn oor, mijn lippen rakend aan zijn huid.
“En ik ben zo benieuwd of je nog net zo goed weet hoe je een vrouw moet vastpakken…”
Hij greep me toen eindelijk vast. Stevig. Niet aarzelend, maar met de zekerheid van een man die dit al te lang heeft opgehouden.
Zijn handen vonden mijn taille, mijn heupen, trokken me tegen hem aan. Onze lichamen sloten perfect op elkaar aan. Mijn sporttop schoof omhoog, zijn mond vond de blote huid onder mijn sleutelbeen.
Mijn vingers gingen door zijn haar, mijn benen tegen de zijne gedrukt. Zijn hand gleed onder de rand van mijn sportbroekje, warm, gretig, maar nog steeds onderzoekend — alsof hij wilde voelen of ik dit écht wilde.
Ik duwde mijn bekken iets naar voren.
“Je mag verder,” fluisterde ik.
En dat deed hij.
—
Zijn hand gleed onder de rand van mijn sportbroekje, en ik liet het toe — voor een moment. Toen pakte ik zijn pols vast, keek hem aan met een glimlach die meer zei dan duizend woorden.
“Rustig aan,” fluisterde ik. “Ik bepaal het tempo.”
Ik liet zijn hand los, draaide me langzaam om en liep naar het aanrecht. Mijn vingers gleden achteloos over het graniet terwijl ik me lichtjes voorover boog, mijn billen naar hem toe. Mijn sportbroekje spande om mijn rondingen.
Ik keek over mijn schouder.
“Als je nog steeds durft…”
Zijn ademhaling werd hoorbaar zwaarder. Hij kwam dichterbij — ik voelde zijn lichaam achter me, warm en gespannen. Zijn handen vonden mijn heupen, voorzichtig eerst, alsof hij zeker wilde weten dat dit echt mocht.
“Voorzichtig,” zei ik, terwijl ik me nog iets verder naar voren liet zakken, mijn knieën licht gebogen.
“Of juist niet.”
Zijn vingers gleden onder het elastiek van mijn broekje, langzaam, bijna verkennend. Maar ik duwde zachtjes met mijn billen tegen hem aan, een duidelijker signaal dan woorden ooit hadden kunnen zijn.
Hij trok mijn sportbroekje langzaam naar beneden, tot net boven mijn knieën. De koele lucht op mijn blote huid gaf me kippenvel — of misschien was het gewoon de spanning.
Mijn hart bonkte in mijn borst, niet van twijfel, maar van hunkering.
Ik voelde hem tegen me aan, zijn erectie hard en onmiskenbaar.
En ik? Ik kantelde mijn bekken een fractie, om hem beter te voelen.
Mijn hoofd rustte tegen mijn arm op het aanrecht.
Mijn stem was hees toen ik zei:
“Laat maar zien dat je nog weet hoe je een vrouw écht aanraakt…”
—
Hij aarzelde geen seconde langer.
Met één hand hield hij mijn heup stevig vast, de ander gleed langzaam omhoog over mijn rug, onder mijn sporttopje. Zijn vingers streken langs mijn ruggengraat, vonden mijn huid, warm en licht bezweet van het hardlopen. Ik huiverde. Niet van kou, maar van verwachting.
Toen voelde ik hem.
Hij duwde zich tegen me aan, langzaam eerst. Tergend traag. Alsof hij wilde weten hoe diep ik dit echt wilde.
Ik liet een zachte zucht ontsnappen en duwde mijn billen tegen hem aan — mijn antwoord duidelijker dan woorden.
Hij bewoog langzaam in me, ritmisch, met controle. Niet gehaast, maar vol honger. Zijn handen vonden mijn lichaam alsof hij het al kende, alsof hij al wist wat ik nodig had.
Ik sloot mijn ogen. Elk contactpunt tussen ons brandde. Mijn ademhaling versnelde, mijn vingertoppen klemden zich om de rand van het aanrecht.
Hij greep mijn borsten, streelde me tussen mijn benen, precies op het juiste moment — alsof hij intuïtief aanvoelde waar mijn lichaam om vroeg.
Mijn benen trilden. De spanning bouwde zich op in golven, steeds sneller, steeds intenser.
Ik hapte naar adem, mijn lichaam kromde zich naar achteren, tegen hem aan.
Nog één beweging…
Nog één…
En toen —
Een explosie van warmte en tintelingen. Mijn buik trok samen, mijn hele lijf golfde mee in dat ene moment.
Mijn hoofd tegen het aanrecht, ogen gesloten, mond open zonder geluid.
Hij hield me vast. Bleef stil. Liet me natrillen tegen zijn lichaam.
Ik voelde zijn hand op mijn onderrug, zijn adem in mijn hals.
Rustig. Warm. Nabij.
We zeiden niets. We hoefden niets te zeggen.
Tot ik me langzaam oprichtte, hem aankeek en grijnsde.
“Je hebt meer gemeen met je zoon dan je denkt…”
Net toen ik mijn adem weer onder controle had en mijn haar achter mijn oren streek, hoorde ik buiten een motor afslaan.
Een grijze Golf.
Shit. Bram.
We schoten allebei in een reflex. Zijn vader ritste zijn broek dicht en veegde met een theedoek vluchtig het aanrecht.
Ik fatsoeneerde mijn topje en trok mijn korte sportjasje over mijn schouders. Mijn hart bonkte nog na — niet alleen van het hoogtepunt, maar nu ook van de spanning.
De voordeur ging open.
“Hey pap…” klonk Brams stem vanuit de hal.
Ik liep kalm naar de gang, mijn adem weer beheerst, mijn blik luchtig.
Hij stond daar, met zijn autosleutels in zijn hand, en keek even verbaasd.
“Oh hey,” zei ik luchtig, “ik kwam even m’n jasje ophalen.”
Hij glimlachte. “Gezellig.”
Ik draaide me om, liep de deur uit en keek nog één keer over mijn schouder naar binnen.
“Nog bedankt voor het jasje,” zei ik met een vage glimlach richting zijn vader.
En met één betekenisvolle blik — een tikje brutaal, een tikkeltje ondeugend — voegde ik eraan toe:
“Tot snel.”