De Thuiskomst

-
Beoordeling: 4.0/5 sterren (1 stemmen)
Facebook
Twitter
LinkedIn

Ik hoor ze thuiskomen nog voor de voordeur dichtvalt.

Jeroen en René. Hun stemmen, hun voetstappen, de manier waarop ze net iets te zacht praten, alsof ze iets achterlaten bij de drempel. Geen overbodig gelach. Geen luid gebrul zoals na een gewone training.

Er hangt iets.
En ik voel het meteen.

Ik duw het laken van me af, trek snel een shirt over mijn hoofd en loop op blote voeten de trap af. Niet langzaam, niet gehaast — gewoon… doelgericht. Nieuwsgierig.

En daar. Onder aan de trap. Zie ik het.

Jeroens hand. Op René’s heup.
Zijn vingers licht gekruld in de stof van diens broek. Een aanraking die geen grapje meer is. Geen toevallige beweging.
En hij kijkt me aan. Verschrikt. Betrapt.

Ik blijf even in de deuropening staan. Geen woord. Alleen kijken.

Jeroen heeft zijn trainingsshirt nog niet eens helemaal over zijn hoofd getrokken als René hem nadert. Hun blikken kruisen elkaar, kort — maar het is genoeg om te voelen dat er iets is blijven hangen van de douche van daarnet. Iets wat ik alleen hoefde te ruiken om te begrijpen.

René staat dicht bij hem. Té dicht. En Jeroen staat stil. Bevroren, bijna. Alsof hij niet weet of hij moet vluchten of blijven staan.

En dan — alsof het de gewoonste zaak van de wereld is — tilt René zijn hand op en laat zijn vingers langs Jeroens kaaklijn glijden. Zacht. Vertraagd. Zijn duim blijft net iets te lang hangen bij zijn kin.

“Je moet haar wel iets gaan zeggen,” zegt René fluisterend, met een vage grijns.

Jeroen verstijft.

Ik voel hoe het bloed in mijn wangen stijgt — maar niet van woede. Mijn hart bonkt. Alles in mij trilt. Niet van twijfel, maar van de spanning. Zie ik dit echt? Ja. En wat ik zie, maakt me niet onzeker.

Het maakt me geil.

“Misschien weet ze het allang,” fluistert René, zonder zijn blik van Jeroen af te halen. Zijn hand nog steeds bij die kaaklijn.

En dan pas kijkt hij op. Naar mij. Recht in mijn ogen. Niet schuldig. Niet geschrokken.
Maar uitdagend.

“Of niet?”

René’s hand bleef zacht rusten tegen Jeroens kaaklijn. Zijn vingers gleden traag naar zijn hals, alsof hij wilde voelen of het bloed daar net zo snel klopte als het zijne.

Jeroen bleef verstijfd staan. Alsof elk spier in zijn lijf om toestemming vroeg — niet aan René, maar aan mij.

Zijn ogen zochten me op, langzaam. Twijfel, verwarring… en iets anders. Iets dat hij probeerde te onderdrukken, maar wat allang zichtbaar was in de strakke lijn van zijn ademhaling en de groeiende spanning in zijn houding.

Ik zei niets.

Ik keek hem alleen aan.

En ik knikte.

Eén klein gebaar. Maar het raakte hem als een schokgolf. Zijn schouders zakten iets. Niet van opluchting — van overgave. Van toestemming. Van het besef dat dit mocht, als hij het echt wilde.

René glimlachte. Zijn vingers gleden nu met meer zekerheid over Jeroens hals, langs zijn sleutelbeen, tot aan de rand van zijn shirt.

“Zie je,” fluisterde hij. “Ik zei het toch.”

Jeroen staat nog steeds stil. Zijn ademhaling is oppervlakkig, zijn blik op mij gericht — alsof hij elk moment verwacht dat ik me bedenk. Maar ik ben al onderweg. Mijn voeten zijn stil, bijna gewichtloos op de vloer, tot ik vlak achter hem sta.

Ik voel de warmte van zijn huid door zijn shirt heen. De spanning in zijn schouders. Mijn hand glijdt zacht over zijn zij, naar zijn buik. Hij ademt diep in.

Dan kijk ik naar René.

Zijn hand rust nog steeds op Jeroens borst, aarzelend nu. Alsof hij wacht.

Ik reik naar zijn hand — en leg de mijne erbovenop.
Ik leid hem.
Begeleid hem langzaam omlaag, over Jeroens buik, richting zijn rand van zijn broek.

René kijkt naar mij. Een opgetrokken wenkbrauw, een vlaag van ongeloof. En dan… die grijns.
Alsof hij zich realiseert: dit is haar idee. Dit is haar spel.

Jeroen sluit zijn ogen. Ik voel zijn buikspieren samentrekken. Hij is overgeleverd — niet alleen aan René, maar aan mij. En hij vindt het heerlijk.

“Twee van mijn favoriete mannen,” fluister ik. Mijn lippen tegen zijn oor, mijn vingers nog steeds op die van René. “Mijn droom.”

En ze geven zich eraan over.

Mijn vingers blijven over die van René glijden, langzaam, sturend, tot zijn hand precies daar ligt — over de harde lijn onder Jeroens trainingsbroek. Jeroen kreunt zacht, zijn hoofd tegen mijn schouder, alsof hij het niet meer tegen kan houden.

Ik glimlach. Mijn hand verdwijnt onder zijn shirt, streelt over zijn warme huid, zijn borst, zijn hart dat bonkt tegen mijn vingers.

René laat zich nu leiden — maar ook steeds meer gaan. Zijn hand beweegt zacht, ritmisch, zonder schaamte. Hij staat dicht bij Jeroen, zijn heup bijna tegen de zijne. En ik… ik ben tussen hen in. Letterlijk. Mijn ene hand op Jeroen, mijn andere op René’s heup.

Ik voel hun lichamen, hun adem, hun hitte.

Jeroen draait zijn gezicht naar achteren, naar mij. Zijn blik is glazig van opwinding. “Mag dit echt?” fluistert hij.

Ik kus hem. Zacht, diep.
“Alles mag,” zeg ik. “Als het met jullie is.”

René laat zijn broek vallen. Jeroen volgt. En dan zijn er geen grenzen meer.

Mijn hand vindt René, stevig en warm. Jeroen kijkt toe, zijn ogen groot, hongerig. Dan legt hij zijn hand over de mijne, alsof hij ook dat moment met mij wil delen — ook dat voelen.

We staan daar, samen, in een driehoek van huid, adem en verlangen. Alles schuift in elkaar. Geen rol, geen angst, alleen de roes van durven.

Mijn droom.
Onze droom.
Eindelijk echt.

Ik zie hoe Jeroen zijn heupen beweegt, steeds meer meegaand, hongerig naar de aanrakingen van René. Het is rauw, echt — en prachtig. Zijn gezicht half weggedraaid, zijn lippen halfopen, zijn ademhaling onregelmatig. René staat dicht achter hem, zijn handen stevig op Jeroens heupen, zijn blik gefocust, verlangend, vol vuur.

En ik… ik sta achter Jeroen. Mijn handen glijden naar zijn onderrug, dan lager, tot ze rusten op zijn billen — warm, stevig, gespannen van wat er gebeurt.

Ik voel de beweging. De ritmiek. Het samenspel tussen hun lichamen.

Mijn vingers drukken zich zacht in zijn huid. Hij kreunt, zijn hoofd hangt naar beneden, overgeleverd aan wat René hem geeft — en aan wat ik toesta.

Ik voel mezelf warm worden, nat. Niet alleen van wat ik zie, maar van wat het met míj doet: twee mannen, samen, met mij als kern. Niet uitgesloten. Juist ingesloten. Dit is niet iets wat buiten mij gebeurt — dit is van mij. Een droom die ik nu adem.

René kijkt even op. Zijn blik ontmoet de mijne. Zijn beweging vertraagt, maar zijn hand streelt tegelijk over Jeroens rug, omhoog, tot aan zijn schouder. Alsof hij mij uitnodigt. Niet om toe te kijken — maar om verder te komen.

Ik laat mijn jurkje over mijn schouders glijden.
Laat de ruimte tussen ons verdwijnen.

We gaan op in elkaar.

Lichaam tegen lichaam.

Zonder rem, zonder schaamte.

Alle drie.

Mijn lichaam sluit aan. Huid tegen huid. Mijn borsten raken Jeroens rug terwijl mijn handen zijn billen omvatten, en ik voel hoe zijn hele lichaam beeft van verlangen. Voor me, vlak naast hem, zie ik hoe René beweegt — geconcentreerd, gecontroleerd, alsof hij precies weet waar hij mee bezig is. Alsof hij al eerder met deze droom heeft geflirt, en nu leeft hij hem, met ons.

Jeroen kreunt. Zijn adem stokt, onregelmatig, terwijl zijn heupen zich ritmisch bewegen tegen René. Hij durft zich over te geven, volledig, omdat ik achter hem sta. Omdat hij weet: dit mag. Dit wíl ik.

Ik fluister tegen zijn oor:
“Laat het maar gebeuren. Ik wil je voelen. Zo… zo mooi ben je.”

Hij knikt, nauwelijks zichtbaar, zijn handen zoekend naar houvast. René streelt over zijn buik, langzaam omlaag — en dan… grijpt hij Jeroen vast, stevig, ritmisch. Ik voel hoe Jeroens spieren verstrakken onder mijn handen, zijn benen licht trillen.

Zijn hoofd valt achterover, tegen mijn schouder.

Een rauwe kreun ontsnapt hem, diep en echt — en dan komt hij. Warm, heftig, zijn lichaam siddert in mijn handen terwijl René hem blijft vasthouden, strelen, doorvoelend.

Ik sluit mijn ogen. Mijn voorhoofd tegen zijn rug.

René ademt zwaar, gespannen — en nog voor Jeroen weer op adem komt, voelt hij het ook. Een zucht, een schok van zijn heup, zijn lichaam dat zich tegen Jeroen spant — en dan laat ook hij los. Bevend. Fluisterend mijn naam alsof ík het was die hem losmaakte.

En misschien was dat ook zo.

We blijven even zo staan, zwijgend, zwetend, met hun ademhaling als ritme.

Twee lichamen, uitgeput.

En ik, middenin.

Hun droom.

Mijn droom.

Ons geheim.

Mijn lichaam sluit aan. Huid tegen huid. Mijn handen rusten stevig op Jeroens heupen, en ik voel hoe hij zichzelf overgeeft. Voor hem beweegt René, kalm en gefocust, alsof hij precies weet wat hij losmaakt. Ik zie het gebeuren. Ik voel het — en ik ben er deel van.

Jeroen kreunt, zijn hoofd zakt achterover tegen mijn schouder. Zijn buikspieren spannen zich aan, zijn adem stokt.

Dan, vlak voor hij loslaat, fluister ik zacht — tegen hem, tegen mezelf, tegen dit moment:

“Zonder liefde is dit leeg. Maar dit… dit is vol. Zo vol.”

Hij komt met een rauwe, warme kreun, zijn lichaam trillend in mijn armen. En terwijl ik hem vasthoud, zie ik René dichtbij komen — zijn beweging versnelt, zijn ogen gesloten — en ook hij volgt. Zijn gezicht ontspant, zijn handen drukken stevig tegen Jeroens huid, zijn adem versnelt tot ook hij komt. Bevend. Stil. Echt.

Ik hou ze vast. Allebei.

En in die stilte na de storm, voel ik het het sterkst:
Dit is niet zomaar lust.
Dit is verbinding.
Dit is liefde — op hún manier, op de onze.

De kamer is stil. Alleen het geluid van ademhaling die langzaam tot rust komt. Jeroen zit op de rand van de bank, zijn hoofd in zijn handen, bezweet maar ontspannen. Ik strijk zacht door zijn haar terwijl ik nog steeds achter hem sta. René is opgestaan, zoekt zijn shirt bij elkaar.

“Nou…” zegt hij zacht, een beetje grijnzend, een beetje verlegen, “ik denk dat ik maar eens moet gaan.”

Zijn stem is luchtig, maar ik hoor het trillen van de nasleep in zijn toon. Hij wil niet weg. Niet echt. Maar hij weet ook niet wat er nu hoort te gebeuren.

Ik kijk hem aan, kalm.
“Zondag barbecue,” zeg ik, terwijl ik mijn jurkje van de vloer pak. “Kom je dan gewoon langs?”

Hij kijkt op, verrast — maar zijn ogen lichten op.
“Zondag?” herhaalt hij, alsof hij zich ervan wil vergewissen dat dit geen vergissing is.

Ik knik.
“Met Jeroen. Met mij. Misschien wat vlees op het vuur… en wat rust in ons hoofd.”

René grijnst. “Klinkt goed.”

En dan pakt hij zijn spullen. Geen haast. Geen ongemak meer. Alleen de belofte dat wat vandaag is gebeurd, veilig is. En open blijft.

Laat me weten wat je er van vind

Ik vind het leuk om te weten of mijn verhalen goed zijn.
Laat het weten in de reacties of geef een aantal sterren. Hier leer ik van en moedigt mij aan om meer of beter te schrijven.

(Privacy staat hier hoog in het vaandel, op geen manier worden ingevulde gegevens gepubliceerd of gebruikt. Het is bedoeld om spam en ongewenst gedrag tegen te gaan).

Hoeveel sterren geef jij dit verhaal?






Plaats een reactie

(Privacy staat hier hoog in het vaandel, op geen manier worden ingevulde gegevens gepubliceerd of gebruikt. Het is bedoeld om spam en ongewenst gedrag tegen te gaan).

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Andere verhalen voor Haar

Tijdens een jaarlijkse strandtraining merkt Miranda dat haar jonge teamgenoot Lotte wel héél dichtbij komt. Wat begint als sportief spel, mondt uit in een zinderende ontdekking in de duinen. Een verhaal over vrouwelijke verleiding, verwarring en overgave.
Hij kwam langs voor een biertje. Hij vertrok met meer dan alleen dorst. En nu weet hij: ik ben Bernadette… en ik laat je nooit meer hetzelfde voelen.
Wat begint als speels gestoei op een Italiaans campingveldje, mondt uit in een intiem moment dat Sterre's wereld verandert. Als haar neef haar niet afwijst, maar zichtbaar geraakt wordt, durft ze iets wat ze zelf niet voor mogelijk hield: hem volgen. En helpen. In stilte. In spanning. In volle overgave. Een broeierig verhaal over nieuwsgierigheid, timing — en aanrakingen die blijven hangen.
Een zinderend, vrouwelijk erotisch verhaal over het herontdekken van lichamelijk verlangen. Ze komt haar ex tegen in de kroeg, ziet wat hij probeert te verbergen, en neemt de regie. Wat volgt is een nacht die niet draait om spijt, maar om overgave.
Op een broeierige avond keert ze huiswaarts met een oude bekende. Terwijl haar vriend op de bank in slaap valt, neemt de spanning toe. Een zinderend, vrouwvriendelijk erotisch verhaal vol subtiliteit, verlangen en onverwachte wendingen.
Tijdens een zwoele avondmarkt in Spanje glippen ze samen weg naar een stille kerk. Wat volgt is een opwindende ontmoeting in het donker, tussen verlangen, overgave en ontdekking. Vrouwgericht, intiem en onweerstaanbaar zondig.
Een vrouw in een uitgebluste relatie vindt onverwachte spanning in haar eigen achtertuin. Zomer Zonder Beloftes is een sensueel, introspectief verhaal over verlangen, macht en zelfherontdekking.
Een zwoele concertnacht, een hotelkamer en een blik die alles verandert. Wat begint met een douche, eindigt onder de dekens — en blijft onder de huid.
Geen spel. Geen verleiding. Alleen overgave. In haar fantasie is hij niet haar vriend, maar haar eigenaar. En zij? Niet verliefd, maar gehoorzaam. Wat begint met een blik, eindigt in volledige overgave — sensueel, intens en zonder gêne. Een verhaal dat diep onder de huid kruipt, juist omdat het alleen in haar hoofd bestaat. Durf jij te lezen wat zij niet durft uit te spreken?
Achttien jaar later. Zelfde vrienden. Zelfde blik. Alleen… nu weet ze wat ze wil. Wanneer Nova tijdens Koningsnacht haar oude vriendengroep weer tegenkomt, voelt alles meteen weer vertrouwd. Vooral Bobby. De jongen waar ooit geruchten over rondgingen. Deze keer laat ze het niet bij verhalen. Deze keer wil ze het voelen. Echt voelen. En het plein… kijkt toe, zonder het te weten.

🔥 Als eerste genieten van nieuwe verhalen? 🔥

Laat je niet verrassen… tenzij je daarvan houdt. 😉 Ontvang als eerste updates over onze nieuwste, meest prikkelende verhalen en exclusieve content.

👉 Volg ons op social media en mis geen enkel ondeugend avontuur!