De zon brandde al vroeg door de houten lamellen, en toch voelde ik het nog steeds.
Die trilling in mijn lijf.
Alsof ik ergens diep vanbinnen wakker was geworden.
We waren op pad vandaag een stranddag, zoals we die elke vakantie plannen.
Mijn dochter gilde van plezier in de branding. Mijn man tilde de koelbox uit de auto alsof het niets was. En ik…
Ik lachte. Ik deed mee.
Maar ik was er niet.
Mijn huid voelde nog warm van gisteren.
Mijn lippen tintelden als ik eraan dacht hoe hij me had vastgepakt, hoe ik mezelf had laten gaan.
Die man met de de tattoos.
Die man met dat ruwe randje, die niets van me vroeg, maar alles uit me haalde.
Niet liefdevol. Niet zacht. Maar écht.
Alsof hij iets in me had losgemaakt wat al jaren lag te sluimeren onder laagjes sleur en gewoonte.
Ik hield van mijn man. Echt.
Misschien nog wel meer sinds gisteren gek genoeg.
Maar dat maakte het niet minder waar: dat ik hem had toegelaten.
Niet alleen tussen mijn benen.
Maar ergens dieper.
Alsof ik weer vrouw was.
Niet alleen moeder, niet alleen echtgenote, maar iets rauwers. Eerlijkers.
Lichaam. Gevoel. Hartslag.
Ik voelde het nog.
Elke keer als ik mijn man een kus gaf, wist ik wat ik gisteren had gedaan.
Elke keer als zijn hand mijn onderrug raakte, dacht ik aan zijn handen. Groter. Steviger. Veiliger en gevaarlijker tegelijk.
Mijn telefoon lag in mijn strandtas. Vergeten bijna.
Tot ik hem voelde trillen.
Ik veegde mijn zonnebrandvingers af aan het strandlaken en viste het toestel eruit.
“Vanavond 20:00 op jullie kamer. Zorg dat je man er is. – Rico.”
Zijn naam.
Die stond er nu ineens zwart-op-wit. Alsof hij er écht was.
Alsof hij hier straks werkelijk zou staan.
En ik
Ik wist niet of ik hoopte dat het zou gebeuren…
Of dat ik bang was dat het dat echt zou doen.
Mijn maag trok samen.
20:00.
Ik las het drie keer.
Mijn dochter zou dan bij de animatie zijn, dat wist ik.
Geen probleem.
Maar… mijn man?
Hij erbij?
Een andere Bobby had misschien direct nee gedacht.
Of het bericht gewist, geërgerd, alsof het een slechte grap was.
Maar ik…
Ik bleef staren naar het scherm.
Mijn hoofd zei: nee, dit doe je niet.
Mijn buik zei: je moet kiezen.
Maar iets in mij iets dat gisteren nog met mijn benen wijd lag te hijgen fluisterde:
Misschien hoef je niet te kiezen. Misschien mag je gewoon… voelen.
Ik liep met een plastic tas vol strandlakens terug naar het huisje, mijn slippers plakkend aan mijn voeten. De zon was al iets gezakt, maar de lucht trilde nog van de hitte.
Mijn man liep een paar meter voor me. Relaxed. Nietsvermoedend.
Hij droeg dat blauwe T-shirt dat ik ooit voor hem had gekocht, met die lichte vlek op de schouder. En toch
Toen ik naar hem keek, voelde ik ineens iets zachts. Iets liefs.
Hij had geen idee wat er allemaal door me heen ging.
En ergens wilde ik het hem vertellen.
Of nee…
Ik wilde dat hij het zou voelen. Dat hij weer zou zien wie ik was. Wie ik ook kon zijn.
Maar in plaats daarvan bleef ik zwijgen.
En voelde ik onder mijn huid iets kriebelen dat ik niet kwijt kon.
“Zorg dat je man er is.”
Die woorden bleven maar door mijn hoofd gonzen.
Wat bedoelde hij daar precies mee?
Was het een test? Een spel?
Of… een voorstel?
Mijn fantasie ging alle kanten op.
Rico de man met de tattoos, met zijn rauwe energie en die blik die me uitkleedde zonder gêne
Hij wist precies wat hij deed.
En ik?
Ik was de vrouw die gisteravond haar benen een stukje uit elkaar had laten glijden, alleen maar omdat hij naar haar keek.
De vrouw die haar heupen nét iets verder had doorgeduwd in het donker.
Die het gevoel van zijn vingers nog voelde op plekken die haar man al maanden niet meer echt had verkend.
Ik gooide de lakens op het bed.
Onze dochter lachte ergens in de verte, bij de animatie.
Mijn man ging op het terras zitten met een biertje.
En ik?
Ik stond daar in de slaapkamer.
Voor de spiegel.
En ik keek naar mezelf.
Mijn huid had kleur van de zon. Mijn borsten gloeiden nog na van gisteren.
En ik wist
Ik kon nu nog stoppen.
Ik kon dat bericht gewoon negeren.
Mijn man zoenen. Zeggen dat ik van hem hou.
Maar mijn lijf was al onderweg.
Ik voelde het.
Elke vezel.
Elke zenuw.
Alsof Rico me vanochtend had aangezet… en ik geen uit-knop meer kon vinden.
Ik zei het luchtig, alsof het niets was.
“Ik ga even douchen, schat.”
Mijn man knikte van achter zijn tijdschrift. “Is goed, ik zet straks de afwas wel even aan.”
In de badkamer draaide ik de kraan open. Het water gutste over het steentje in de douchebak.
Maar ik wachtte nog even, met mijn telefoon in mijn hand.
Ik kon het niet laten.
“Waarom mijn man erbij? Moet dat?”
Ik drukte op verzenden en voelde mijn hartslag versnellen alsof ik al iets verkeerd had gedaan.
Het duurde geen halve minuut voor het scherm oplichtte.
“Ja. Anders kom ik niet.”
Ik staarde naar de woorden.
Kort. Hard. Onverbiddelijk.
Ik wist niet of ik teleurgesteld moest zijn.
Of nóg meer opgewonden.
Of allebei tegelijk.
Waarom?
Waarom wilde hij dat?
Om me te zien twijfelen? Om macht uit te oefenen?
Of… was het iets anders?
Iets wat ik zelf nog niet helemaal durfde te begrijpen?
Ik keek naar mezelf in de spiegel. Mijn wangen waren rood. Mijn ademhaling gejaagd.
Mijn borsten gleden langzaam uit mijn beha toen ik die losmaakte.
Er zat iets in me dat dit wilde.
Niet zomaar Rico.
Maar dit spel.
Deze spanning.
Deze vreemde mix van geheim en mogelijkheid.
Ik wist niet wat er vanavond zou gebeuren.
Of wat ik wilde dat er gebeurde.
Maar één ding wist ik wel:
Ik moest mijn man straks mee de kamer in zien te krijgen.
En doen alsof er niets aan de hand was…
terwijl ik bijna explodeerde van verlangen.
Ik besloot me over te geven.
Niet aan Rico. Niet aan mijn man.
Maar aan het gevoel.
Die spanning in mijn onderbuik die al sinds gisteravond aan me knaagde vlinders, warmte, iets wat te lang had gesluimerd.
“Zorg dat je man er is.”
Ik snapte er nog steeds niks van.
Maar ik wist wel: ik ga dit niet stopzetten.
Tijdens het eten speelde ik met m’n vork, schoof wat pasta heen en weer.
Mijn man had niets door. Of hij deed alsof.
Misschien voelde hij wel aan dat er iets in me broeide maar hij zou er nooit naar vragen.
Ik zei dat ik hoofdpijn had. Dat ik me even wilde terugtrekken.
“Wil je dan straks met me mee?” vroeg ik nonchalant. “Even liggen? Alleen maar even rust. Jij ook lekker een beetje bijkomen.”
Hij knikte.
“Tuurlijk, schat.”
Kwart voor acht.
Onze dochter rende enthousiast achter een animatiefiguur aan.
Mijn man legde zijn zonnebril weg.
Ik stond op, mijn hart bonkte in mijn borst.
“Ik ga alvast,” zei ik. “Zet jij straks de airco even aan?”
Hij volgde me niet veel later.
De kamer was koel. Buiten begon de lucht te kleuren in oranje en paars.
Ik deed alsof ik me ging omkleden, maar in werkelijkheid trok ik heel bewust iets aan dat net tussen huiselijk en verleidelijk in zat.
Een dun jurkje, geen beha. Geen slipje.
Mijn man ging op bed liggen.
En ik keek op de klok.
19:58.
Mijn hart klopte zó hard, dat ik het in mijn hals voelde.
Ik had geen idee wat er ging gebeuren.
Maar ik was er klaar voor.
Klop.
Het was alsof ik mijn hart hoorde stoppen.
Nog geen seconde later stond mijn man al op sneller dan ik had verwacht.
Alsof hij al wist wie het was.
Alsof hij erop gewacht had.
Hij deed open.
En daar stond hij.
Rico.
De man met de tattoos.
Zijn blik viel meteen op mij.
Mijn adem stokte.
Zonder iets te zeggen stapte hij naar binnen.
Mijn man zei geen woord hij liep langzaam naar de stoel in de hoek en ging zitten.
Alsof dit afgesproken was.
Alsof hij wist wat zijn rol was.
Rico kwam recht op me af.
Geen aarzeling. Geen uitleg.
Zijn handen pakten mijn gezicht, stevig, warm.
En zijn mond vond de mijne.
Het was geen kus uit tederheid.
Het was een claim.
Een stempel.
Een herinnering aan gisteravond die nu onomkeerbaar werd.
En ik…
Ik was verbijsterd.
Verwachtte woorden. Iets van context.
Maar mijn lijf had andere plannen.
Mijn benen werden zacht.
Mijn buik warm.
Mijn hart klopte tot in mijn keel en mijn lippen gaven antwoord.
Ik kuste hem terug.
Dieper. Gretiger.
Alsof ik het niet zelf deed.
Maar een vrouw in mij die al te lang had gewacht.
Mijn man zat daar.
Ik voelde zijn aanwezigheid.
En ik voelde… geen schaamte.
Alleen pure spanning.
Mijn lijf was wakker.
Alles tintelde.
En ik wist:
Wat hier nu gebeurt, is geen toeval.
Dit is precies wat ik nodig had.
Ik weet niet meer precies wanneer het gebeurde.
Of wanneer ik de controle verloor.
Misschien was het al toen hij de deur opendeed.
Of misschien toen hij zijn hand in mijn nek legde, met die vanzelfsprekendheid die je niet kunt faken.
Maar nu zat ik bovenop hem.
Op zijn schoot.
Mijn benen om zijn heupen, mijn hemdje half van mijn schouder gegleden.
Mijn ademhaling snel. Mijn hartslag wild.
Zijn handen gleden over mijn rug.
Zijn mond vond mijn hals, mijn sleutelbeen.
En ik bewoog vanzelf.
Als een vrouw die niets anders meer kon doen dan voelen.
Ik voelde me begeerd.
Zichtbaar. Zichtbaar voor allebei.
En ineens zei hij het.
Zijn stem laag. Rustig.
Maar met een onmiskenbaar bevel eronder:
“Laat je man hierheen komen.”
Mijn hele lichaam verstijfde een seconde.
Alsof mijn hoofd het niet meteen durfde te bevatten wat hij zei.
Ik keek hem aan.
Zijn blik was donker, serieus. Geen glimlach, geen spel alleen verlangen en… iets anders.
Dominantie misschien.
Ik voelde zijn handen nog op mijn huid.
Mijn man zat daar, nog steeds, op die stoel.
Stil.
En ik wist: hij had alles gezien.
Ik draaide mijn hoofd naar hem toe.
Onze blikken kruisten.
Er zat geen schok in zijn ogen.
Geen afwijzing.
Alleen een intense aandacht.
En… iets wat ik niet eerder bij hem had gezien.
Ik beet op mijn lip.
Mijn wangen gloeiden.
Maar mijn bekken duwde zich alweer zacht naar voren.
Alsof mijn lijf zei: dit is oké.
Langzaam gleed ik van Rico af.
Ik draaide me om, mijn blik op mijn man.
Mijn stem trilde een beetje toen ik zei:
“Kom eens hier…”
Zijn stappen klonken langzaam op de vloer.
Mijn man.
Hij kwam dichterbij.
Alsof hij in een droom bewoog of in een scène die hij zelf nooit had durven voorstellen.
Ik stond nog naast Rico, mijn hand op diens schouder.
Mijn lichaam nog steeds warm, tintelend, hunkerend.
En toen mijn man vlak voor me stond, keek ik hem aan.
Zijn blik was gespannen. Verward misschien.
Maar niet afwerend.
Ik streelde zacht over zijn wang, trok hem naar me toe en kuste hem kort.
“Het is goed,” fluisterde ik.
En voor ik iets kon uitleggen of moest voelde ik hoe Rico achter me opstond.
Zijn handen vonden mijn heupen opnieuw.
Mijn lichaam kwam tussen hen in te staan.
Ik liet me leiden.
Mijn man zat nu op het bed.
Ik knielde voor hem neer, langzaam, mijn blik naar boven gericht terwijl mijn handen zijn broek losmaakten.
Achter me stond Rico nog steeds ik voelde zijn warmte, zijn handen op mijn onderrug.
Zijn lippen vonden mijn schouder, mijn nek, terwijl ik mijn man bevrijdde en hem aankeek.
Ik gaf mezelf over aan het moment.
Mijn lippen vonden mijn man langzaam, teder terwijl Rico’s handen mijn hemdje verder afschoven.
Mijn borsten gleden bloot, mijn tepels stijf van de spanning.
Ik voelde hoe Rico me aanraakte, onderzocht, bewonderde.
Zijn handen vonden hun weg tussen mijn benen, teder eerst, toen iets gretiger.
Ik kreunde zacht tegen de huid van mijn man.
Mijn mond gretig.
Mijn heupen duwend naar achteren, naar Rico, naar de vingers die me nu doordrenkten van verlangen.
Toen trok ik me langzaam terug.
Ik stond op, draaide me om naar Rico en kuste hem vol, open, terwijl mijn hand de zijne naar mijn borsten leidde.
Mijn man keek toe.
Zijn hand op zijn eigen erectie, langzaam bewegend.
Ik wilde dit.
Ik wilde alles.
Ik ging op het bed liggen, tussen hen in.
Mijn benen spreidde ik uitnodigend, Rico boven me nu, zijn tattoo’s gespannen op zijn onderarmen terwijl hij me diep aankeek.
Mijn man streelde mijn haar.
Kuste me.
Zacht.
Terwijl Rico zich in me duwde.
Ik kromde mijn rug.
Mijn mond opengesperd van pure fysieke extase.
Geen woorden meer.
Alleen gevoel.
Rico bewoog in me, ritmisch.
Mijn man kuste mijn tepels, mijn hals, mijn kaaklijn.
Twee mannen.
Twee energieën.
En ik?
Ik verloor me.
Mijn bekken duwde naar boven.
Mijn vingers klauwden in de lakens.
Mijn adem versnelde tot hij hijgend brak in een climax die me deed schokken van binnenuit.
Ik trilde.
Borst omhoog, hoofd naar achter.
En ze hielden me vast.
Allebei.
Ik weet niet meer wie als eerste klaar kwam.
Wie het eerst losliet.
Wie het laatst mijn naam fluisterde.
Maar ik weet wel wat ik voelde:
Geen schuld.
Geen spijt.
Alleen… vrijheid.
En honger.
Naar méér.
Ik lag tussen hen in.
Mijn benen nog warm van wat er net gebeurd was.
Mijn ademhaling langzaam terug naar normaal, maar mijn hoofd tolde.
Mijn huid tintelde. Mijn hart klopte in mijn keel.
En ineens, alsof de realiteit zich weer een weg naar binnen wrong, keek ik opzij.
Naar hém. Mijn man.
Hij keek terug.
Niet beschuldigend. Niet verbaasd.
Eerder… wetend.
Alsof hij het al lang wist.
Alsof hij dit moment had zien aankomen. Misschien zelfs had toegestaan.
Ik wilde iets zeggen vragen wat hij dacht, wat hij voelde maar mijn lippen bleven gesloten.
Want diep vanbinnen wist ik:
Soms hoef je niet te weten.
Soms moet je gewoon voelen.
Ik draaide me naar hem toe.
Schoof mijn hand op zijn borst.
Rustte mijn hoofd op zijn schouder, terwijl ik met mijn blote been Rico nog net aanraakte.
De kamer was warm.
Mijn lichaam loom.
En voor één moment…
Bestond er niets meer dan dit:
Lichamen die elkaar kenden, adem die samenviel, en een waarheid waar geen woorden meer voor nodig waren.
Ik wilde het niet analyseren.
Niet verklaren.
Niet begrijpen.
Ik wilde alleen nog even blijven liggen.
In deze bubbel.
Deze zwoele, stille, zinderende stilte.
En genieten van wat er net was geweest.
Misschien wel meer dan ooit.